-
1 lachen als een boer die kiespijn heeft
Deens-Russisch woordenboek > lachen als een boer die kiespijn heeft
-
2 lachen als een boer die kiespijn heeft
Van Dale Handwoordenboek Nederlands-Engels > lachen als een boer die kiespijn heeft
-
3 lachen als een boer, die kiespijn heeft
гл.погов. кисло улыбаться, кривить рот улыбкойDutch-russian dictionary > lachen als een boer, die kiespijn heeft
-
4 boer
♦voorbeelden:wat een boer is die vent! • quel plouc!een boer laten (vliegen) • roterlachen als een boer die kiespijn heeft • rire jaune -
5 boer
3 [lomp persoon] boor ⇒ (country) yokel/bumpkin5 [in samenstellingen] man6 [speelkaart] jack♦voorbeelden:1 〈 spreekwoord〉 wat de boer niet kent dat vreet hij niet • some people don't trust anything they don't know3 een boer op klompen • a country bumpkin, a real peasant4 een boer laten (vliegen) • burp, belchlachen als een boer die kiespijn heeft • laugh on the wrong side of one's face -
6 rire jaune
rire jaunegedwongen lachen, lachen als een boer die kiespijn heeft————————rire jaune -
7 rire
rire1 [rier]〈m.〉♦voorbeelden:————————rire2 [rier]♦voorbeelden:c'est à mourir de rire • het is om je dood te lachense tordre de rire • dubbel liggen van het lachenrire faux • gemaakt lachenrire jaune • lachen als een boer die kiespijn heeftrire de bon coeur • smakelijk lachenvous voulez rire • u maakt zeker een grapjec'est pour rire • het is maar een grapjesans rire • alle gekheid op een stokje4 vous me faites rire!, laissez-moi rire! • laat me niet lachen!prêter à rire • belachelijk zijnil n'y a pas de quoi rire • er valt niets te lachen1 lachen (om) ⇒ niets geven (om), licht opnemen1. m 2. v1) lachen (om, over)4) uitlachen -
8 side
adj. zijdelings; op zij; tweederangs; bijkomstig--------n. zijde; kant; partij; zijde (i. wiskunde)--------v. een kant kiezen; stenen, ondersteunen; kiezen voor-side1[ sajd] 〈 zelfstandig naamwoord〉1 〈 benaming voor〉 zij(de) ⇒ (zij)kant, flank, helling 〈 van berg〉; oever 〈 van rivier〉; richting; aspect, trek 〈 van karakter〉; partij; afstammingslijn♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 on the fat/high/safe/small side • aan de vette/hoge/veilige/kleine kantchange sides • overlopenstudy all sides of something • alle aspecten van iets bestuderentake sides with someone • partij voor iemand kiezenlook at all sides of the question • het probleem van alle kanten bekijkenat/by my side • naast mijby the side of • naast, vergeleken metthey came from all sides • ze kwamen uit alle richtingenon the north side of • aan de noordkant vanthe Lord is on our side • de Heer is met onswhose side is he on, anyway? • aan wiens kant staat hij eigenlijk?look on the bright side of life • het leven van de zonzijde zienthe other side • de tegenpartij, de vijandthe other side of the coin • de keerzijde van de medaillelaugh on the other side of one's face/mouth • lachen als een boer die kiespijn heefton this side of the grave • in levenbrush to one side • in de wind slaanput on/to one side, set on one side • terzijde leggen; sparen, reserverenon the side 〈 voornamelijk Amerikaans-Engels〉 • als bijverdienste; 〈 Brits-Engels〉 zwart; in het geniepgin and coke on the side • gin met colaon his side • van zijn kant(on) this side (of) Christmas • vóór Kerstmis→ better better/, right right/, rough rough/, seamy seamy/, shady shady/, sunny sunny/, wrong wrong/————————side21 zij-♦voorbeelden:————————side3〈 werkwoord〉1 〈+against/with〉partij kiezen (tegen/voor) -
9 Miene
Miene〈v.; Miene, Mienen〉1 gelaatsuitdrukking, -trek, gezicht♦voorbeelden:ohne eine Miene zu verziehen • zonder een spier te vertrekkenmit eiserner Miene • met een stalen gezicht -
10 Spiel
〈o.; Spiel(e)s, Spiele〉3 spel, toneelstuk♦voorbeelden:〈 figuurlijk〉 mit jemandem ein leichtes Spiel haben • gemakkelijk spel, weinig moeite met iemand hebbenein Spiel machen, spielen • een spelletje doen, spelendas Spiel machen • het spel(letje) winnen〈 figuurlijk〉 (s)ein Spiel mit jemandem treiben • met iemand spelen, met iemand de vloer aanvegen〈 figuurlijk〉 aus dem Spiel bleiben • buiten spel blijven, erbuiten blijven〈 figuurlijk〉 jemanden, etwas aus dem Spiel lassen • iemand, iets erbuiten latenwie im Spiel • spelenderwijs2 das Spiel verloren geben • (a) de wedstrijd, zich gewonnen geven; 〈 (b) figuurlijk〉iets afschrijven, opgevenden Mittelstürmer aus dem Spiel nehmen • de midvoor uit het veld nemen -
11 jaune
jaune (d'oeuf)eierdooier, eigeel————————jaune1 [zĵoon]〈m.〉♦voorbeelden:1 jaune (d'oeuf) • eierdooier, eigeeltube de jaune • tube gele verfjaune citron • citroengeelhabillé de jaune • in het geel gekleed————————jaune2 [zĵoon]〈bijvoeglijk naamwoord; ook bijwoord〉1 geel♦voorbeelden:¶ rire jaune • gedwongen lachen, lachen als een boer die kiespijn heeft1. m, adj1) geel2) Mongool3) stakingsbreker, werkwillige2. adj, adv -
12 lèvre
lèvre [levr]〈v.〉1 lip♦voorbeelden:avoir un mot sur le bord des lèvres, sur les lèvres • een woord op de lippen hebbenil n'a pas desserré les lèvres de la soirée • de hele avond deed hij geen mond openmanger du bout des lèvres • tegen heug en meug etens'en mordre les lèvres • er berouw van hebbenmouiller ses lèvres dans • nippen aanrire du bout des lèvres • lachen als een boer die kiespijn heeftf1) lip2) rand -
13 quälen
-
14 кисло улыбаться
advsaying. lachen als een boer, die kiespijn heeft -
15 кривить рот улыбкой
vsaying. lachen als een boer, die kiespijn heeftRussisch-Nederlands Universal Dictionary > кривить рот улыбкой
-
16 laugh on the other side of one's face/mouth
laugh on the other side of one's face/mouthEnglish-Dutch dictionary > laugh on the other side of one's face/mouth
-
17 rire du bout des lèvres
-
18 кисло улыбаться
advsaying. lachen als een boer, die kiespijn heeft -
19 кривить рот улыбкой
vsaying. lachen als een boer, die kiespijn heeft -
20 gequält lächeln
- 1
- 2